- Beweging is een verbazingswekkend geneesmiddel. Het is goed voor het hart en de bloedvaten, voor het gehele lichaam en voor de mentale gezondheid. Beweging zorgt namelijk voor endorfineproductie, wat ervoor zorgt dat iemand gelukkiger is en beter kan omgaan met stress. Het vermindert hyperglykemie na de maaltijd, door een toegenomen glucoseverbruik.
- Beweging & glucosecontrole zijn twee paden. Constante lichamelijke activiteit produceert constante insulinegevoeligheid. Hetzelfde geldt voor nooit bewegen: dan is de insulinegevoeligheid ook constant, maar deze is dan wel aanzienlijk minder dan wanneer iemand veel beweegt. Echter, wanneer iemand slechts 2-3 keer per week actief is ontstaan er grote schommelingen in de reactie op insuline. Daarom is het belangrijk om zo veel mogelijk te bewegen. Ook bewegen (bijv. wandelen) na de maaltijd is erg goed, omdat dit bijdraagt aan verminderde hyperglykemie na de maaltijd
- Leer om op het rechte pad te blijven. Het in range houden van de bloedglucose is een balanceeract. Er zijn heel veel verschillende dingen die hier invloed op hebben. Het is belangrijk deze te leren kennen en hier rekening mee te houden.:
- GLUT-4. In spiercellen zorgt een bepaald eiwit, GLUT-4, voor het binnen laten van glucose in de cel. Deze GLUT-4 eiwitten drijven als een soort blaasjes in de cel. Op de cel zitten insuline receptoren die indien zij hechten aan insuline ervoor zorgen dat deze GLUT-4 eiwitten kunnen fuseren met het celmembraan, waardoor glucose de cel in kan. Echter, bij beweging zorgt de contractie van de spieren er ook voor dat deze blaasjes fuseren en er dus glucose de cel in kan. Indien je gaat sporten gebeurt dit tegelijk: er is zowel contractie van de spier als insuline die hecht aan de receptoren. Hierdoor fuseren er heel veel vesicles met het membraan, waardoor veel glucose uit het bloed wordt gehaald. Zo kan een hypoglykemie ontstaan tijdens het sporten.
- Hormoonregulatie. In een gezond persoon gaat de insulinesecretie bij sport omlaag en de productie van hormonen zoals adrenaline en noradrenaline omhoog, wat ervoor zorgt dat er glucose wordt vrijgemaakt uit glycogeen. Glycogeen ligt opgeslagen in de lever en in de spieren. Bij een persoon met diabetes is er wél insuline in het lichaam aanwezig en is de productie van deze “tegenhormonen” onderdrukt. Dit zorgt ervoor dat er hypoglycemieën ontstaan. Echter kan er ook ketoacidose ontstaan bij sporten. Of de bloedglucose stijgt of daalt is afhankelijk van het type beweging. Explosieve sporten, zoals gewichtheffen en sprinten, hebben de neiging de bloedglucose te laten stijgen door het vrij maken van veel “tegenhormonen” waardoor de bloedglucose stijgt. Duursporten, zoals fietsen en wandelen daarentegen zorgen voor een daling van de bloedglucose.
- Stress. Ook voor het sporten kunnen hoge bloedsuikerspiegels ontstaan, dit kan bijvoorbeeld komen door stress voor een wedstrijd. Na het sporten kan de bloedglucose nog stijgen door bijvoorbeeld een pompstop, vertraagde vertering van voedsel, late stresshormonen etc. Dit kan opgelost worden door een post-workoutbolus, een vertraagde pre-workoutbolus en een beperkte suspensietijd van de insulinepomp. Bij een te hoge bloedglucose moet wel op ketonen gelet worden, want sporten met een te hoge bloedglucose kan ketoacidose induceren.
- Voeding. Het voorkómen van hypoglycemie kan gedaan worden door bij een kortdurende activiteit de maaltijdbolus te verminderen en/of een snack te eten vlak voor de activiteit. Het kortdurend veranderen van de basaalstand geeft pas een laat effect (2-3 uur na de tijdelijke basaal), daarom zou er wel van tevoren iets mee gedaan kunnen worden (2-3 uur van te voren), maar vlak voor de inspanning heeft het minder effect. De snacks die gegeten moeten worden zijn afhankelijk van de duur (na 30 minuten 15-30 g per half uur) van de sport..