Een nieuw medicijn wordt momenteel getest op patiënten met type 1 diabetes. Het medicijn dient gebruikt te worden naast insuline en zou voor een betere diabetesregulatie zorgen. De eerste resultaten zijn veelbelovend.
Het medicijn, sotagliflozin, remt de glucosesymporter, een eiwit in het celmembraan dat een glucosemolecuul tegelijk met twee natriumionen de cel in pompt. Dit gebeurt op basis van het verschil in de concentratie natriumionen tussen de binnenkant (weinig na+) en de buitenkant (veel na+) van de cel. Doordat deeltjes zich meestal verplaatsen van een plek met een hoge concentratie naar een plek met een lage concentratie, wordt natrium de cel ingepompt en neemt daarbij glucosemoleculen mee. Voor deze verplaatsing van glucose is geen insuline nodig. Deze eiwitten bevinden zich in de darmen, waar zij ervoor zorgen dat de glucose uit het eten in het bloed komt, en in de nieren, waar zij zorgen voor terugresorptie van glucose.
Doordat de functie van deze eiwitten wordt geremd stijgt de bloedglucosespiegel minder dan normaal na een maaltijd, waardoor de bloedglucosespiegel stabieler blijft en hyperglykemie wordt gereduceerd.
Het testen van sotagliflozin gebeurt in drie delen, waarvan het eerste onderzoek net is afgerond. Dit onderzoek werd uitgevoerd onder 793 mensen, waarbij eerst zes weken lang werd geprobeerd de insulinetoediening te perfectioneren. Vervolgens werd de testgroep ingedeeld in drie groepen: één groep kreeg een lage dosis (200 mg/dag) sotagliflozin, één groep een hoge dosis (400 mg/dag) en één groep een placebo. De proefpersonen slikten het medicijn gedurende 24 weken. Uit dit onderzoek bleek dat bij een lage dosis het HbA1c van gemiddeld 7,6% (60 mmol/mol) naar 7,18% (55 mmol/mol) daalde en bij een hoge dosis daalde deze naar 7,08% (54 mmol/liter). In de placebo-groep daalde het HbA1c nauwelijks. Ook reduceerde het gebruik van sotagliflozin ernstige hypoglykemieën. Echter kwamen diarree en DKA wel vaker voor naarmate de dosis sotagliflozin hoger werd.
Het tweede deel van het onderzoek is een soortgelijk onderzoek uitgevoerd in Europa, waarvan de resultaten eind dit jaar verwacht worden. Bij het derde deel zullen 1400 patiënten dagelijks 400 mg sotagliflozin of een placebo gaan slikken, zonder dat vooraf de insulinetoediening wordt geperfectioneerd.
Wil je op de hoogte gehouden worden van alle onderzoeksontwikkelingen? Laat je gegevens achter via onderstaand formulier. Een nieuw medicijn wordt momenteel getest op patiënten met type 1 diabetes. Het medicijn dient gebruikt te worden naast insuline en zou voor een betere diabetesregulatie zorgen. De eerste resultaten zijn veelbelovend.
Het medicijn, sotagliflozin, remt de glucosesymporter, een eiwit in het celmembraan dat een glucosemolecuul tegelijk met twee natriumionen de cel in pompt. Dit gebeurt op basis van het verschil in de concentratie natriumionen tussen de binnenkant (weinig na+) en de buitenkant (veel na+) van de cel. Doordat deeltjes zich meestal verplaatsen van een plek met een hoge concentratie naar een plek met een lage concentratie, wordt natrium de cel ingepompt en neemt daarbij glucosemoleculen mee. Voor deze verplaatsing van glucose is geen insuline nodig. Deze eiwitten bevinden zich in de darmen, waar zij ervoor zorgen dat de glucose uit het eten in het bloed komt, en in de nieren, waar zij zorgen voor terugresorptie van glucose.
Doordat de functie van deze eiwitten wordt geremd stijgt de bloedglucosespiegel minder dan normaal na een maaltijd, waardoor de bloedglucosespiegel stabieler blijft en hyperglykemie wordt gereduceerd.
Het testen van sotagliflozin gebeurt in drie delen, waarvan het eerste onderzoek net is afgerond. Dit onderzoek werd uitgevoerd onder 793 mensen, waarbij eerst zes weken lang werd geprobeerd de insulinetoediening te perfectioneren. Vervolgens werd de testgroep ingedeeld in drie groepen: één groep kreeg een lage dosis (200 mg/dag) sotagliflozin, één groep een hoge dosis (400 mg/dag) en één groep een placebo. De proefpersonen slikten het medicijn gedurende 24 weken. Uit dit onderzoek bleek dat bij een lage dosis het HbA1c van gemiddeld 7,6% (60 mmol/mol) naar 7,18% (55 mmol/mol) daalde en bij een hoge dosis daalde deze naar 7,08% (54 mmol/liter). In de placebo-groep daalde het HbA1c nauwelijks. Ook reduceerde het gebruik van sotagliflozin ernstige hypoglykemieën. Echter kwamen diarree en DKA wel vaker voor naarmate de dosis sotagliflozin hoger werd.
Het tweede deel van het onderzoek is een soortgelijk onderzoek uitgevoerd in Europa, waarvan de resultaten eind dit jaar verwacht worden. Bij het derde deel zullen 1400 patiënten dagelijks 400 mg sotagliflozin of een placebo gaan slikken, zonder dat vooraf de insulinetoediening wordt geperfectioneerd.
Wil je op de hoogte gehouden worden van alle onderzoeksontwikkelingen? Laat je gegevens achter via onderstaand formulier.