Voor de meeste mensen lijkt het ontstaan van Type 1 Diabetes heel plotseling, wat vaak resulteert in een bezoek aan de eerste hulp met levensbedreigende complicaties zoals diabetische ketoacidose (DKA). Dat, terwijl de ziekte zich in verschillende fasen openbaart. Als daar alerter op gelet wordt kan eerder de diagnose T1D worden gesteld en DKA worden voorkomen.
In het nummer van januari 2016 van Diabetes Care raadt onder anderen Breakthrough T1D implementatie aan van een nieuwe fase-classificatie van diabetes type 1. Deze aanbeveling is grotendeels gebaseerd op twee decennia van onderzoek door TrialNet (wereldleider in onderzoek naar de preventie van T1D), waarbij meer dan 150.000 familieleden van mensen met diabetes type 1 werden gescreend.
Diabetes type 1 kan nu het nauwkeurigst worden opgevat als een ziekte die verloopt in drie verschillende fasen.
Fase 1 is het begin van diabetes type 1. Individuen testen positief voor twee of meer diabetes gerelateerde autoantilichamen. Het immuunsysteem is al begonnen de insuline producerende bètacellen aan te vallen, hoewel er geen symptomen zijn en bloedsuiker normaal blijft.
Fase 2 omvat net als fase 1 personen die beschikken over twee of meer diabetes gerelateerde autoantilichamen, maar hebben nu een abnormaal geworden bloedsuikerspiegel als gevolg van toenemend verlies van bètacellen. Er zijn nog geen symptomen.
Voor beide fases (1 en 2) is het risico op het ontwikkelen van diabetes type 1 praktisch 100 procent.
Fase 3 is meestal wanneer de klinische diagnose heeft plaatsgevonden. Tegen die tijd is er aanzienlijk bètacel verlies en hebben patiënten symptomen van diabetes type 1. Ze vertonen onder andere vaak moeten plassen, overmatige dorst, gewichtsverlies en vermoeidheid.
De nieuwe fase-classificatie is van vitaal belang om te begrijpen hoe type 1 zich ontwikkelt. Even belangrijk is het vermogen TrialNet om de ziekte te diagnosticeren in de vroegste stadia, waardoor onmiddellijke interventie mogelijk is.
Klinisch onderzoek ondersteunt het nut van vroeg diagnosticeren van diabetes type 1, voordat het verlies van bètacellen leidt tot fase 3. Hoe vroeger in het proces de diagnose wordt gesteld, hoe eerder men kan ingrijpen, en hoe meer bètacellen waarschijnlijk in leven blijven. Meer bètacellen leiden tot een betere bloedsuikerspiegel en tot vermindering van complicaties op lange termijn.
“TrialNet ‘s doel is om de ziekte te identificeren in zijn vroegste stadium, de voortgang te vertragen, en uiteindelijk de ziekte voorkomen”, legt TrialNet voorzitter en arts Carla Greenbaum. “Wij bieden screening en klinische proeven aan voor elke fase van diabetes type 1 en nauwgezette controle voor progressie van de ziekte.”
In Amerika kunnen mensen met een verhoogd risico op T1D zich kosteloos laten screenen. Voor de meeste mensen lijkt het ontstaan van Type 1 Diabetes heel plotseling, wat vaak resulteert in een bezoek aan de eerste hulp met levensbedreigende complicaties zoals diabetische ketoacidose (DKA). Dat, terwijl de ziekte zich in verschillende fasen openbaart. Als daar alerter op gelet wordt kan eerder de diagnose T1D worden gesteld en DKA worden voorkomen.
In het nummer van januari 2016 van Diabetes Care raadt onder anderen Breakthrough T1D implementatie aan van een nieuwe fase-classificatie van diabetes type 1. Deze aanbeveling is grotendeels gebaseerd op twee decennia van onderzoek door TrialNet (wereldleider in onderzoek naar de preventie van T1D), waarbij meer dan 150.000 familieleden van mensen met diabetes type 1 werden gescreend.
Diabetes type 1 kan nu het nauwkeurigst worden opgevat als een ziekte die verloopt in drie verschillende fasen.
Fase 1 is het begin van diabetes type 1. Individuen testen positief voor twee of meer diabetes gerelateerde autoantilichamen. Het immuunsysteem is al begonnen de insuline producerende bètacellen aan te vallen, hoewel er geen symptomen zijn en bloedsuiker normaal blijft.
Fase 2 omvat net als fase 1 personen die beschikken over twee of meer diabetes gerelateerde autoantilichamen, maar hebben nu een abnormaal geworden bloedsuikerspiegel als gevolg van toenemend verlies van bètacellen. Er zijn nog geen symptomen.
Voor beide fases (1 en 2) is het risico op het ontwikkelen van diabetes type 1 praktisch 100 procent.
Fase 3 is meestal wanneer de klinische diagnose heeft plaatsgevonden. Tegen die tijd is er aanzienlijk bètacel verlies en hebben patiënten symptomen van diabetes type 1. Ze vertonen onder andere vaak moeten plassen, overmatige dorst, gewichtsverlies en vermoeidheid.
De nieuwe fase-classificatie is van vitaal belang om te begrijpen hoe type 1 zich ontwikkelt. Even belangrijk is het vermogen TrialNet om de ziekte te diagnosticeren in de vroegste stadia, waardoor onmiddellijke interventie mogelijk is.
Klinisch onderzoek ondersteunt het nut van vroeg diagnosticeren van diabetes type 1, voordat het verlies van bètacellen leidt tot fase 3. Hoe vroeger in het proces de diagnose wordt gesteld, hoe eerder men kan ingrijpen, en hoe meer bètacellen waarschijnlijk in leven blijven. Meer bètacellen leiden tot een betere bloedsuikerspiegel en tot vermindering van complicaties op lange termijn.
“TrialNet ‘s doel is om de ziekte te identificeren in zijn vroegste stadium, de voortgang te vertragen, en uiteindelijk de ziekte voorkomen”, legt TrialNet voorzitter en arts Carla Greenbaum. “Wij bieden screening en klinische proeven aan voor elke fase van diabetes type 1 en nauwgezette controle voor progressie van de ziekte.”
In Amerika kunnen mensen met een verhoogd risico op T1D zich kosteloos laten screenen.