Wetenschappers die onderzoek doen naar type 1 diabetes denken met de kunstmatige alvleesklier stappen te kunnen zetten in de behandeling van deze ziekte. Bij verschillende organisaties worden momenteel klinische trials uitgevoerd als het gaat om deze methode. De onderzoekers zijn positief over de eerste resultaten.
Waar de naam kunstmatige alvleesklier doet vermoeden dat het gaat om een pancreas, is dit niet zo. De kunstmatige alvleesklier is een technologische oplossing: complexe computersystemen zijn samengebracht om automatisch en doorlopende de bloedglucosewaarden te meten en op basis hiervan insuline af te geven.
Het apparaat vervangt op deze manier de functie van een echte alvleesklier, die bij type 1 diabetes niet naar behoren werkt. De kunstmatige alvleesklier is een vorm van gepersonaliseerde geneeskunde. Zoals de Raad van de president van Adviseurs over wetenschap en technologie het omschrijft: Het op maat maken van een medische behandeling op basis van de individuele kenmerken van een patiënt.
Lopende onderzoeken
Het bedrijf Medtronic loopt voorop als het gaat om de ontwikkeling van de kunstmatige alvleesklier. De organisatie schat in de loop van 2017 een geavanceerde versie van de kunstmatige alvleesklier op de markt te krijgen.
Een ander lopend onderzoek speelt zich af aan de Universiteit van Virginia. Een team van onderzoekers onder leiding van dr. Boris Kovatchev, directeur van het Center for Diabetes Technology, zal in de zomer van 2016 beginnen met de laatste klinische trials voor een andere kunstmatige alvleesklier. Dit apparaat is ontwikkeld door de universiteit en verder ontwikkeld door de start-up TypeZero Technologies.
Verbeteren en verfijnen
Ook aan de Universiteit van Cambridge en de Boston University wordt onderzoek gedaan naar de kunstmatige alvleesklier. Een team onder leiding van prof. Edward Damiano ontwikkelt een apparaat dat zowel insuline als glucagon afgeeft. Glucagon zorgt hierbij juist voor een verhoging van de hoeveelheid glucose in de bloedbaan wanneer dit nodig is.
Overal ter wereld wordt dus gewerkt aan het ontwikkelen van deze technologie. Dr. Marc Breton, universitair hoofddocent aan UV’s Center for Diabetes Technology, zegt hierover: “De technologie van deze systemen wordt dagelijks verbeterd en verfijnd. De algoritmes in het systeem resulteren uiteindelijk in betere resultaten. Voor mensen met type 1 diabetes kunnen we spreken van een hoopvolle tijd.”
Weinig belangstelling
Breakthrough T1D speelt een grote rol in de ontwikkeling van de kunstmatige alvleesklier. Enkele jaren geleden was voor deze technologie nog weinig belangstelling van de diabetesindustrie, ondanks het besef dat een kunstmatige alvleesklier zeer nuttig kan zijn voor mensen met type 1 diabetes.
Dr. Aaron Kowalski, CEO van Breakthrough T1D, werkte hard aan deze ontwikkelingen door de industrie en hoge ambtenaren te overtuigen van de mogelijkheden. Volgens hem was de technologie destijds al de moeite waard om in te investeren. Breakthrough T1D heeft de afgelopen jaren dan ook veel geld geïnvesteerd in het ontwikkelen van de kunstmatige alvleesklier.
Levensveranderend
De hoop is dat de kunstmatige alvleesklier het leven van de vele mensen met type 1 diabetes en de grote groep mensen die ieder jaar gediagnosticeerd wordt met type 1 kan veranderen. De ziekte is ingrijpend voor iedereen die ermee te maken krijgt. Veel diagnoses worden op jonge leeftijd al gesteld, waardoor veel mensen met type 1 diabetes de ziekte het grootste deel van hun leven hebben.
Type 1 diabetes brengt daarnaast grote risico’s met zich mee en veel mensen met type 1 ontwikkelen na verloop van tijd complicaties. Met de kunstmatige alvleesklier wordt de bestaande pomptechnologie naar een hoger niveau getild. Dit zou de risico’s voor mensen met type 1 diabetes kunnen verlagen.
Closed-loop
De kracht van de kunstmatige alvleesklier zit in, zoals wetenschappers het noemen, de closed-loop: de sensor meet continu glucosewaarden en communiceert met een insulinepomp die op basis van algoritmen de juiste dosering insuline of glucagon toedient.
Op deze manier ontstaat een gesloten systeem. De glucosewaarden bepalen de behandeling en de behandeling bepaalt de glucosewaarden.
Veilig
Xavier Hames, een 4-jarige Australische jongen met type 1 diabetes, mocht als eerste een voorloper van het nieuwe Medtronic-systeem gebruiken. Zijn moeder, Naomi Hames, vertelt dat het systeem de zorgen rondom de wisselende glucosewaarden van haar zoontje verlichtte. “Dit nieuwe systeem geeft ons zekerheid dat Xavier veilig is als we slapen ’s nachts, maar geeft deze veiligheid ook overdag.”
Andere trials
Twee andere klinische trials, gefinancierd door de National Institute of Health, zullen begin deze zomer het systeem van UV testen op grote groepen mensen op verschillende locaties in de Verenigde Staten en Europa. Dit zal onder andere in Nederland plaatsvinden in het Academisch Medisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam.
In één studie gaan 240 mensen met type 1 diabetes de kunstmatige alvleesklier zes maanden gebruiken. Zij gaan door met hun eigen dagelijkse routines. Het apparaat zal in dit onderzoek vergelijken worden met een standaard insulinepomp op 1) het risico op hypo’s, en 2) de algehele mate van glucosecontrole.
Aan de tweede studie doen 180 mensen met type 1 diabetes mee die de eerste trial hebben afgerond. Zij zullen dezelfde test nog eens zes maanden ondergaan. Zij gaan specifiek een algoritme van de Harvard University dat de bloedsuikerspiegel moet reguleren, testen.
Langere termijn
De vraag hoe veilig en effectief deze kunstmatige alvleesklier is op de langere termijn, zal blijven tot bovenstaande studies voltooid zijn. Ook moeten, als het zover komt, de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) en andere regulerende instanties definitief goedkeuring verlenen, voordat een systeem daadwerkelijk gebruikt kan worden.
De verwachtingen blijven echter hoog: vooral onder de miljoenen kinderen en volwassenen met type 1 diabetes die dagelijks bezig zijn met het reguleren van hun bloedglucosewaarden. Julia Greenstein, vice-president Discovery Research bij Breakthrough T1D: “Ons team is erg enthousiast over deze nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderzoek en zal dan ook zeer zorgvuldig in de gaten houden wat de resultaten van de klinische trials zijn.”