Bètacellen herstellen

Bij mensen met type 1 diabetes maakt het immuunsysteem de bètacellen in de alvleesklier kapot. Hun lichaam kan daarom geen insuline afgeven, waardoor de bloedglucose stijgt. Zou dit niet opgelost kunnen worden door kapotte bètacellen te herstellen? Wetenschappelijk onderzoekers werken eraan. Zodat mensen met type 1 diabetes niet langer zelf insuline hoeven te spuiten en zij weer kunnen vertrouwen op de werking van hun eigen lichaam.

Bètacellen behouden

Lange tijd dachten wetenschappers dat mensen met type 1 diabetes geen bètacellen meer hadden. Dat komt doordat de bètacellen niet goed te zien zijn op scans. Door wetenschappelijke innovatie komen we hier steeds meer over te weten. Zo is nu bekend dat sommige mensen met type 1 diabetes nog steeds bètacellen hebben. Voor een deel van deze mensen geldt dat hun bètacellen ook nog steeds een kleine hoeveelheid insuline aanmaken.

Of dit zo is, wisselt per persoon. Daarom onderzoeken wetenschappers wat het verschil maakt bij mensen met type 1 diabetes. Waarom behoudt de ene persoon bètacellen en de andere niet? Ook ontwikkelen wetenschappers manieren om bètacellen te zien in het menselijk lichaam. Dit noemen we bètacel-imaging. Meer kennis zorgt voor betere oplossingen voor type 1 diabetes. Want als we weten of en hoe sommige mensen bètacellen behouden, kunnen wetenschappers de behandeling daarop afstemmen.

Van glucagonproductie naar insulineproductie

Veel menselijke cellen zijn elastisch. Dat betekent dat een specifieke cel kan veranderen in een cel met een andere functie. Daarom kijken wetenschappers of andere cellen van mensen met type 1 diabetes veranderd kunnen worden in bètacellen die insuline maken. Bètacellen kunnen veranderen in alfacellen, zo ontdekten zij. Alfacellen zitten ook in de alvleesklier en maken daar glucagon. Glucagon zorgt ervoor dat de bloedglucose stijgt. Cellen die insuline maken, kunnen dus cellen worden die glucagon maken.

Voor mensen met type 1 diabetes is het juist gewenst dat een omgekeerde verandering plaats kan vinden. Wetenschappers zoeken met financiering van Breakthrough T1D naar medicijnen en behandelmethoden die ervoor zorgen dat alfacellen veranderen in bètacellen. En wel zodanig dat deze bètacellen zich vervolgens ook kunnen vermenigvuldigen, zodat iemand met type 1 diabetes weer genoeg cellen heeft die insuline maken.

Aandachtsgebieden

  1. Bètacel overleving
    • Nieuwe toepassingen voor bestaande medicijnen/therapieën (drug rediscovery)
    • Vinden van nieuwe doelwitten en chemische structuren ter bevordering van overleving van de bètacel
    • Immunotherapie gecombineerd met bètaceltherapie
  2. Bètacelregeneratie
    • Gerichte therapie voor behoud van bètacellen
    • Therapie gericht op het vermeerderen van bètacellen
    • Therapieën gericht op het herprogrammeren van andere celtypes
  3. Biomarkers
    • Biomarkers voor bètacel-stress, -dood en -functie
    • Beeldvorming en biomarkers van bètacelmassa

Immunotherapie

Hoe voorkomen of stoppen we de aanval van het immuunsysteem op de bètacellen in de alvleesklier? Met die vraag houden wetenschappers op het gebied van immunotherapie zich bezig.

Aanval stoppen

Onderzoek naar immunotherapie vindt vooral plaats bij andere ziektes, zoals bijvoorbeeld verschillende vormen van kanker. Ook voor de genezing van type 1 diabetes is immunotherapie mogelijk belangrijk. Daarom steunt Breakthrough T1D wetenschappers op het gebied van immunotherapie. Als deze behandeling effect heeft bij andere aandoeningen, is het mogelijk ook een oplossing voor type 1 diabetes.

Immunotherapie richt zich op de aanval van het immuunsysteem op de bètacellen in de alvleesklier. Bij mensen met type 1 diabetes worden de lichaamseigen cellen aangevallen. Dit beperkt, en uiteindelijk stopt, de afgifte van insuline in het lichaam. Immunotherapie moet de aanval van het immuunsysteem stoppen of in zijn geheel voorkomen, zodat de bètacellen weer insuline af kunnen geven.

Aandachtsgebieden
  1. Immunotherapie gericht op verschillende componenten van het immuunsysteem
  2. Therapie gericht op het verhogen van de activiteit van regulatoire T-cellen.
  3. Therapie gericht op het verminderen van de activiteit van de killer T-cellen tegen bètacellen
  4. Therapieën gericht op het behoud van een ’tolerant’ immuunsysteem (deviation therapies)
  5. Faciliteren van de klinische toepassing van immuuntherapieën
  6. Beloop van de auto-immuunreactie: opvullen van gaten in huidige kennis m.b.t. de immuunreactie op bètacellen
  7. Biomarkers: biomarkers van het immuunsysteem in kaart brengen om ziektes op te sporen
  8. Combinatietherapieën: het benaderen van de ziekte vanaf verschillende kanten
  9. Verbeteren van de opzet van klinische studies: het veranderen van de opzet van klinische studies, zodat sneller resultaten geboekt worden

Meer over dit onderzoek in Nederland

Het onderzoek van prof. dr. Martin Gotthardt richt zich op bètacel-imaging….

Het onderzoek van dr. Françoise Carlotti richt zich op de vraag hoe insulineproducerende bètacellen kunnen transformeren in g…

Het onderzoek van dr. Henk-Jan Aanstoot richt zich op biomarkers bij type 1 diabetes….