Ja! Dat is het duidelijkste antwoord. Type 1 diabetes is geen reden om niet achter het stuur te stappen. Maar je moet wel rekening houden met een aantal dingen. We zetten ze voor je op een rijtje. Je krijgt je rijbewijs namelijk niet zomaar als je type 1 diabetes hebt. En ook als je al een rijbewijs hebt en je krijgt diabetes, is het goed om op een aantal zaken te letten.

Maar allereerst het halen van je rijbewijs: daarvoor moet je een gezondheidsverklaring invullen. Deze moet je naar eer en geweten invullen en dat betekent dat je eerlijk moet zijn over je type 1 diabetes. Wanneer je type 1 diabetes hebt, zal het CBR je vragen om een verklaring van je arts. Heb je langer dan 10 jaar diabetes? Dan word je ook verzocht om langs de oogarts te gaan.

Veilig?
De arts en/of oogarts moet een aantal vragen voor jou invullen, bijvoorbeeld over of je hypo’s aan voelt komen en of je in staat bent je diabetes goed te reguleren. De oogarts oordeelt uiteraard over de mate waarin je ziet en of dit voldoende is om auto te rijden. Deze ingevulde artsenverklaring(en) stuur je op naar het CBR. Deze oordeelt vervolgens of jij mag rijden of niet.

Krijg je de diagnose type 1 diabetes, terwijl je al een rijbewijs hebt? Dan doorloop je bovenstaande procedure pas bij het verlengen van je rijbewijs. Als je gevraagd wordt om een gezondheidsverklaring, dan ben je verplicht deze naar waarheid in te vullen. In beide gevallen is het, zonder ernstige complicaties, waarschijnlijk dat je het CBR oordeelt dat je mag rijden.

Vijf jaar
Essentieel verschil is wel: in de Europese Unie is vastgelegd dat mensen met type 1 diabetes voor maximaal vijf jaar een autorijbewijs krijgen. Normaal gesproken geldt dit voor een periode van tien jaar. Omdat type 1 diabetes zich sterk kan ontwikkelen in een paar jaar, moet je dus iedere vijf jaar je rijbewijs verlengen en de procedure doorlopen.

Heb je je rijbewijs? Dan is het met type 1 diabetes goed om een aantal dingen in de gaten te houden. We geven je hieronder vijf tips voor autorijden met diabetes:

  1. Check je bloedsuikerwaarde altijd voordat je in de auto stapt. Zo weet je zeker dat je niet achter het stuur kruipt met een ernstige hypo of hyper.
  2. Zorg dat je onderweg altijd iets te eten of drinken meeneemt, zodat je als het nodig is, kan stoppen om wat koolhydraten te nemen.
  3. Stop bij een lange autorit regelmatig om je bloedsuiker te controleren. Wellicht overbodig: maar doe dit nooit terwijl je rijdt: zoek altijd een parkeerplaats of andere veilige plek om te stoppen.

Als je rekening houdt met je type 1 diabetes wanneer je autorijdt, dan is het geen probleem om te rijden met diabetes.