Type 1 Diabetes kan ontstaan doordat de bètacellen in de alvleesklier kapotte insuline produceren. Dat heb onderzoekers aan het Leiden Universitair Medisch Centrum ontdekt. Het onderzoek is gepubliceerd in het befaamde wetenschappelijke tijdschrift Nature Medicine. “Dit geeft ons een heel nieuwe kijk op de ziekte”, zegt prof. dr. Bart Roep, hoogleraar Diabetologie en één van de betrokken wetenschappers.
Bij mensen met Type 1 valt het afweersysteem de bètacellen in de alvleesklier aan. Dit zijn de cellen die insuline produceren. Insuline zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel constant en stabiel blijft. Tot nu toe werd gedacht dat het afweersysteem een fout maakte. Daardoor zou het de bètacellen aanvallen en uitschakelen. Maar samen met dr. Arnaud Zaldumbide heeft Roep ontdekt dat het afweersysteem vaak reageert op een fout van de bètacellen. Niet het afweersysteem, maar de bètacellen vergissen zich dus.
In de basis de fout in
Zaldumbide vond een fout in de manier waarop insuline gemaakt wordt. Insuline is een eiwit, een machientje dat een functie heeft in het lichaam. Er zijn veel verschillende soorten eiwitten, maar ze hebben één ding gemeen. Ze zijn allemaal opgebouwd uit kleine bouwstenen die op een specifieke manier geordend moeten zijn. Net als dat een fiets niet werkt als de fietsketting om het stuur zit, werkt een eiwit niet als de bouwstenen niet op de juiste manier gekoppeld zijn.
Zaldumbide vond dat door een fout in het DNA, de blauwdruk voor het eiwit, de bouwstenen niet op de juiste plek zaten. Hierdoor werkt de insuline niet. “Er ontstaat een nonsens-eiwit,” legt hij uit.
Hoogproductieve fabrieken
Dat bètacellen af en toe een verkeerd eiwit maken is niet zo vreemd. Roep: “Het zijn hoogproductieve fabrieken. Als je de vraag naar insuline groot is, kan één bètacel per minuut één miljoen insuline-eiwitten maken. Ook al is de kans dat het misloopt uiterst klein, dan nog heb je al gauw een hoop verkeerde eiwitten.”
In het onderzoek laten Roep en Zaldumbide zien dat de bètacellen vaker de fout in gaan als ze onder stress staan, bijvoorbeeld door een infectie. De kapotte insuline-eiwitten wekken vervolgens een afweerreactie op, blijkt uit de experimenten van Roep en Zaldumbide. “Met het afweersysteem van deze mensen is dus niets mis, integendeel. Het doet precies wat het moet doen: cellen aanpakken die een verkeerd eiwit maken. Dat kunnen geïnfecteerde cellen of zelfs kankercellen zijn,” verklaart Roep.
Minder complicaties
“Dit nieuwe inzicht heeft consequenties voor de behandeling,” zegt Zaldumbide. Het zou bijvoorbeeld kunnen helpen om te kijken of er een stressfactor is. Door de stress op de bètacellen te verlagen, kunnen ze beter functioneren en maken ze minder fouten. Wie weet zal het ooit mogelijk worden om mensen tegen diabetes te vaccineren. “Bovendien is het de moeite waard om na te gaan of andere auto-immuunziekten, ziekten waarbij het afweersysteem ten onrechte cellen aanvalt, ontstaan doordat die cellen onder druk ook een verkeerd eiwit maken,” voegt Roep toe.
Door de bètacellen rust te gunnen, kunnen we ze misschien wel redden. Dan zal het lichaam langer in staat zijn zelf de bloedglucosespiegel constant te houden. Dit zou een manier kunnen zijn om Type 1 uit te stellen of zelfs te voorkomen, waardoor het risico op complicaties veel kleiner wordt!
Dit onderzoek van prof. dr. Bart Roep en dr. Arnaud Zaldumbide werd gefinancierd door het Diabetes Fonds, Breakthrough T1D Nederland (Juvenile Diabetes Research Foundation) en Stichting DON.