Per 1 januari 2021 verloopt de vergoeding van insuline anders dan voorheen. Zorgverzekeraars kunnen regels invoeren die bepalen welk merk insuline je mag gebruiken. Dit preferentiebeleid leidde al tot veel zorgen onder mensen met type 1 diabetes. Nu we een maand verder zijn, blijkt dat dit nieuwe beleid in de praktijk voor sommige mensen daadwerkelijk tot problemen leidt.

Eerst wat meer over insuline zelf. De afgelopen jaren was het aanbod op het gebied van insuline beperkt. Je hebt verschillende soorten insuline, grofweg in te delen in langwerkende en kortwerkende insuline. De aanbieders hiervan hadden patent op de samenstelling van hun insuline. In een dosis insuline zitten namelijk hulpstoffen om de werking van insuline te beïnvloeden en perfectioneren.

Een aantal van deze patenten is inmiddels verlopen en dat maakt het voor anderen mogelijk om deze insuline na te maken. Dat noemen we biosimilars. De prijs van zo’n biosimilar is vaak lager dan van de originele insuline en dát is waar de zorgverzekeraars inspringen: zij willen de zorg, waaronder insuline, zo goedkoop mogelijk houden. De ‘nagemaakte’ insuline is voor hen dan ook een logische keuze.

Aandachtspunten preferentiebeleid

Met het preferentiebeleid kunnen zorgverzekeraars mensen met type 1 diabetes ‘overzetten’ op goedkopere insuline. De Diabetesvereniging Nederland (DVN) heeft op een rijtje gezet wat dit voorlopig inhoudt per zorgverzekeraar. Maar overgaan van de insuline die je gebruikt naar een biosimilar is niet altijd handig. De Nederlandse Diabetesfederatie (NDF) stelde niet voor niets aandachtspunten voor zorgvuldigheid in het preferentiebeleid op.

Zo adviseert de NDF onder andere om kinderen onder de 18 jaar en zwangere vrouwen niet over te zetten op andere insuline. Ook moet een overstap overlegd worden met de behandelaar, voordat deze definitief wordt, en patiënten moeten een eigen keuze hebben in het proces. In de praktijk blijkt echter dat dit niet overal goed gaat. Zowel voor zorgverzekeraars als voor apothekers, die de insuline leveren, blijken de afspraken niet duidelijk. Sommige mensen met type 1 diabetes worden zonder overleg overgezet.

Ieder jaar andere insuline

Ook is te weinig nagedacht over bijkomende kosten, omdat bij andere producenten bijvoorbeeld nieuwe insulinepennen nodig zijn. Zoals Henk-Jan Aanstoot van Diabeter uiteenzet: “We vragen ons sterk af of dit hele beleid wel een echte bezuiniging is. Die twijfel wordt nog groter als je leest dat we elk jaar zo’n ‘switch’ ronde kunnen gaan krijgen.” Want het is mogelijk dat er de komende jaren steeds meer aanbieders van insuline komen en dat mensen met diabetes ieder jaar moeten overstappen op een andere producent.

Kortom, er zitten wel wat kanttekeningen aan het preferentiebeleid voor insuline en de wijze waarop dit nieuwe beleid nu uitgevoerd wordt. Overstappen op een biosimilar hoeft geen probleem te zijn, mits de insuline gelijkwaardig is en afgestemd is op de behandeling van iemand met type 1 diabetes. Dat de huidige uitvoering van het beleid daar niet op aansluit, noodzaakte DVN en de NDF een brandbrief te schrijven naar de betrokken partijen en verzekeraars. Hierin roepen zij op de situatie voor mensen met diabetes spoedig te verbeteren.

Gezamenlijke besluitvorming

Breakthrough T1D sluit zich bij deze boodschap aan en hoopt dan ook dat zorgverzekeraars, apothekers en behandelaren de afspraken van de NDF opvolgen, zodat de kwaliteit van de diabeteszorg gewaarborgd blijft en mensen met type 1 diabetes niet voor onprettige verrassingen komen te staan. Het kan en mag niet zo zijn dat ‘gezamenlijke besluitvorming tussen patiënt en behandelaar’ hoog in het vaandel staat bij het Ministerie van Volksgezondheid en dat dit de huidige gang van zaken is.

We wensen voor iedereen met type 1 diabetes de juiste zorg en hulpmiddelen, afgestemd op de persoonlijk situatie. Zeker in deze tijd.