De continue glucosesensor: de afgelopen jaren is er veel te doen geweest rondom het gebruik en de vergoeding van glucosesensoren. In het web van informatie is het soms lastig uitvinden hoe het nu allemaal werkt. Daarom geven we hieronder het antwoord op vijf veelgestelde vragen.
1. Wat is CGM nou precies?
CGM staat voor continue glucosemonitoring: een sensor die iedere paar minuten het glucosegehalte in het onderhuidse weefsel meet. Doordat deze waarde automatisch doorlopende gecontroleerd wordt, ontstaat een grafiek waarin de glucosewaarden en de glucosetrends zichtbaar worden. Continue glucosesensoren kunnen door de continue metingen ook waarschuwingen geven voor te hoge of te lage bloedsuikerwaardes. De sensor moet met enige regelmaat gekalibreerd worden met een waarde gemeten met vingerprik.
CGM is wezenlijk anders dan flash glucosemonitoring, oftewel FGM. Zoals gezegd gaat het aflezen van de gemeten bloedsuikerwaardes bij CGM automatisch: je krijgt de waarde via een speciale ontvanger of je telefoon door. Bij FGM gebeurt dit niet: hierbij is het nodig dat je de waarde zelf scant om af te lezen. Dit beperkt dan ook de mogelijkheden van FGM ten opzichte van CGM. Bij flash glucosemonitoring is het onder andere niet mogelijk waarschuwingen in te stellen of de pomp te laten stoppen met insulinetoediening bij een te lage bloedsuiker.
Samengevat is CGM een manier om glucosewaarden te controleren die, door de frequentie, meer inzicht biedt in de bloedsuikerregulatie en (meestal) de mogelijkheid biedt voor alarmen bij ontregelde bloedsuikerwaarden.
2. Hoe zit het nu met de vergoeding van CGM?
Helaas wordt, hoewel er hard voor gestreden wordt, CGM nog niet voor iedereen met type 1 diabetes vergoed. Flash glucosemonitoring wordt sinds december 2019 wel vergoed voor iedereen die voor diabetes behandeld wordt met intensieve insulinetherapie. Maar voor continue glucosemonitoring is het nog niet zover.
De vergoeding voor CGM ligt dan ook een stuk ingewikkelder. Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de continue glucosesensor moet je binnen vijf geselecteerde groepen vallen. Je kan een continue glucosesensor krijgen als je:
- Type 1 diabetes hebt en jonger bent dan 18 jaar;
- Type 1 diabetes hebt en langere tijd hoge bloedsuikers hebt (een HbA1c dat minimaal één jaar hoger is dan 64 mmol/l);
- Type 1 diabetes hebt en zwanger bent;
- Type 1 diabetes hebt en als vrouw een zwangerschapswens hebt;
- Type 1 diabetes hebt en hypo-unaware bent
Vooralsnog wordt CGM vergoed vanuit het ziekenhuisbudget. Dat betekent dat de precieze interpretatie van bovenstaand beleid ook kan verschillen per ziekenhuis. Dit zal echter in 2021 gaan veranderen. Besloten is dat vergoeding van CGM per 1 januari onder het hulpmiddelenbudget valt.
In dat geval gaat vergoeding niet meer van het hulpmiddelenbudget van ziekenhuizen. Je behandelaar schrijft dan een continue glucosesensor voor wanneer je binnen de criteria valt. Vanaf die datum mogen ook jongeren die een CGM gebruiken, daar baat bij hebben en 18 jaar worden, de sensor houden. In het consensusdocument dat in oktober 2020 hoopvol gepresenteerd werd, zijn de criteria voor een CGM helaas niet verder uitgebreid.
3. Welke CGM-systemen zijn er beschikbaar?
Kom je in aanmerking voor continue glucosemonitoring dan wil je natuurlijk weten welke CGM-systemen beschikbaar zijn. We zetten ze voor je op een rijtje:
- Medtronic Guardian 3. Deze sensor is te gebruiken met de Medtronic MiniMed 640G- en 670G-insulinepompsystemen. Bij gebruik moet de sensor twee keer per dag gekalibreerd worden. De sensor wordt iedere zeven dagen vervangen.
- Medtronic Guardian 3 Bluetooth. Deze sensor is te gebruiken met de Medtronic MiniMed 780G-insulinepompsystemen, door middel van Bluetooth. Deze sensor werkt samen met insulinepomp en smartphone, waardoor het mogelijk is mensen toe te voegen om mee te kijken. Bij gebruik moet de sensor twee keer per dag gekalibreerd worden. De sensor wordt iedere zeven dagen vervangen.
- Medtronic Guardian Connect. Deze sensor is te gebruiken met een compatibele smartphone. Daardoor is deze sensor ook beschikbaar voor mensen zonder insulinepomp. Bij gebruik moet de sensor twee keer per dag gekalibreerd worden. De sensor wordt iedere zes dagen vervangen.
- Dexcom G5. Deze sensor is te gebruiken met een compatibele smartphone of met de speciale Mobile-ontvanger die aangeschaft kan worden en is daardoor ook beschikbaar voor mensen zonder insulinepomp. Bij gebruik moet de sensor twee keer per dag gekalibreerd worden. De sensor wordt iedere zeven dagen vervangen.
- Dexcom G6. Deze sensor is te gebruiken met een compatibele smartphone of met de speciale touchscreenontvanger die aangeschaft kan worden en is daardoor ook beschikbaar voor mensen zonder insulinepomp. Deze sensor hoeft niet gekalibreerd te worden. De sensor wordt iedere tien dagen vervangen.
- Eversense XL. Deze sensor is te gebruiken met een compatibele smartphone. Bij gebruik moet de sensor twee keer per dag gekalibreerd worden. De sensor wordt voor een periode van maximaal zes maanden onder de huid geplaatst en vraagt tussentijds niet om vervanging. Enkel de zender moet dagelijks vervangen en opgeladen worden.
4. Kan CGM ook bij pentherapie?
Zoals bij bovenstaande vraag al staat: ja, een continue glucosesensor kan ook gebruikt worden bij pentherapie. Alleen de Medtronic Guardian 3 is enkel beschikbaar in combinatie met een pompsysteem van Medtronic. De Medtronic Guardian Connect, Dexcom G5, Dexcom G6 en Eversense XL zijn allen te gebruiken met een compatibele smartphone in combinatie met een app. Op die manier hebben ook mensen die insuline spuiten met een insulinepen baat bij CGM.
5. Hoe helpt CGM bij hypo-unawareness?
Een van de criteria om in aanmerking te komen voor CGM is hypo-unawareness. Hierbij voelt iemand met type 1 diabetes een te lage bloedsuiker niet goed aan. Dit kan grote gevolgen hebben voor iemand met type 1 diabetes. Een continue glucosesensor kan uitkomst bieden.
Doordat CGM de glucosewaardes regelmatig meet en deze automatisch doorgeeft aan het controlesysteem, is het mogelijk alarmen in te stellen bij specifieke waardes. Op deze manier word je gewaarschuwd voor een hypo en kunnen ernstige hypoglykemieën voorkomen worden.
Bij sommige CGM-systemen is het daarnaast mogelijk om een pompstop in te stellen: wanneer de glucosewaarde dan te laag dreigt te worden, stopt de pomp de automatisch insulinetoediening. Hierdoor kunnen hypo’s voorkomen worden.
Meer weten over hypoglykemieën bij type 1 diabetes? Op woensdag 30 september vertelde prof. dr. Bastiaan de Galan erover in ons Up-to-Date webinar. Terugkijken van het webinar kan hier!