Bij Type 1 Diabetes worden de bètacellen vernietigd door T-cellen. T-cellen zijn onderdeel van de adaptieve afweer: deze afweer komt enkele dagen na een infectie op gang en is bijvoorbeeld betrokken bij het vormen van antistoffen tegen virussen of, in het geval van Type 1 Diabetes, tegen de bètacellen. Uit recent onderzoek is echter gebleken dat ook cellen van de aangeboren afweer, dit zijn cellen die voornamelijk stoffen opruimen en binnen enkele minuten na een infectie met bijvoorbeeld een bacterie worden geactiveerd, betrokken zijn bij het ontstaan van Type 1 Diabetes. De cellen waar het om gaat zijn MIAT cellen. Dit zijn cellen die zich voornamelijk bevinden in slijmvliezen en de darmen. In de darmen zijn zij onderdeel van de eerste verdediging tegen bacteriën. Uit een onderzoek uitgevoerd in twee diabetescentra bleek dat bij kinderen die gediagnosticeerd worden met Type 1 Diabetes de hoeveelheid MIAT cellen in het bloed aanzienlijk minder is dan bij gezonde kinderen. Dit zou verklaard kunnen worden doordat MIAT cellen door een onsteking naar de alvleesklier zijn gemigreerd en daar hebben bijgedragen aan de destructie van bètacellen. Uit dierproeven is gebleken dat MIAT cellen inderdaad bijdragen aan zwelling van de alvleesklier en aan de directe destructie van de bètacellen. Ook werd gezien dat de MIAT cellen bij mensen met T1D vaak functionele defecten bevatten, wat bijdraagt aan de verandering in de darmflora die vaak gezien wordt bij mensen met T1D. De defecte MIAT cellen zorgen ervoor dat de darmen gevoeliger zijn voor bacteriën, waardoor er sneller auto-immuunreacties optreden. Deze bevindingen kunnen gebruikt worden als doelwit voor eventuele genezingen en als biomarkers voor het voorspellen van T1D, waardoor preventie in de toekomst mogelijk zou kunnen zijn. Bron