Een algemeen voorgeschreven geneesmiddel bij reumatoïde artritis – baricitinib – kan de lichaamseigen insulineproductie behouden en de progressie van type 1 diabetes onderdrukken bij mensen bij wie de diagnose recent is gesteld. Dit blijkt uit een door Breakthrough T1D gefinancierd, nog nooit eerder uitgevoerd klinisch onderzoek.
Deze resultaten volgen na drie decennia onderzoek door het St Vincent’s Institute in Melbourne, onder leiding van de professoren Thomas Kay en Helen Thomas, naar de mechanismen bij type 1 diabetes die ertoe leiden dat het immuunsysteem bètacellen aanvalt.
Uit het onderzoek bleek dat het eenmaal daags toedienen van een geneesmiddel met de naam baricitinib gedurende een periode van 48 weken de bètacelfunctie in stand hield, bloedglucoseschommelingen verminderde en de insulinebehoefte verlaagde bij mensen bij wie de diagnose in de afgelopen 100 dagen was gesteld.
De onderzoekresultaten
- Deze studie toonde aan dat toediening van baricitinib leidde tot stabilisatie van C-peptide en daarmee tot een gehandhaafde insulineproductie na 48 weken.
- Het gebruik van baricitinib leidde ook tot een verminderde insulinebehoefte, een verbeterde ‘time in range’ en verbeterde bloedglucosevariabiliteit bij 12 en 24 weken vergeleken met de placebogroep.
- Baricitinib werd ook goed verdragen, met minimale bijwerkingen.
Over baricitinib en de mogelijke rol bij type 1 diabetes
- Bij type 1 diabetes valt het immuunsysteem de insulineproducerende bètacellen aan, wat betekent dat mensen met type 1 diabetes niet langer zelf insuline kunnen produceren. Bij mensen die pas de diagnose type 1 diabetes hebben gekregen, kan een klein aantal bètacellen echter nog in leven zijn en insuline produceren.
- Baricitinib is een geneesmiddel dat momenteel wordt gebruikt voor de behandeling van reumatoïde artritis en andere aandoeningen. Dit geneesmiddel werkt door het remmen van een eiwit genaamd Janus kinase (JAK), dat belangrijk is bij de aanval van het immuunsysteem op de bètacellen bij type 1 diabetes.
- Dit suggereert dat het inactiveren van JAK met baricitinib bij recent met type 1 gediagnosticeerde mensen de resterende bètacellen kan beschermen tegen aanvallen van het immuunsysteem, waardoor mensen langer zelf insuline kunnen blijven produceren. Dit zou hun behoefte om insuline te injecteren verminderen.
Wat betekenen de resultaten van deze studie voor de toekomst van type 1 diabetes-onderzoek?
Deze baanbrekende bevindingen suggereren dat baricitinib de bètacelfunctie kan behouden bij recent gediagnosticeerde patiënten.
Het kan een nieuwe, veilige behandeloptie zijn voor het onderdrukken van de progressie van type 1 diabetes. Een betere bètacelfunctie zou moeten leiden tot een beter en eenvoudiger bloedglucosebeheer, wat de lange-termijncomplicaties voor mensen met type 1 diabetes zou kunnen verminderen.
De resultaten van dit onderzoek zijn veelbelovend. Er zal verder onderzocht moeten worden hoe dit type medicijnen beschikbaar kan worden gesteld voor mensen met type 1 diabetes.
De bevindingen van de onderzoekers zijn gepubliceerd in The New England Journal of Medicine, een toonaangevend medisch tijdschrift, zie hier.
Professor Thomas Kay licht de resultaten toe in onderstaande video:
Over het onderzoek
- De BANDIT (Baricitinib in New Onset Type 1 Diabetes)-studie werd uitgevoerd in Australië onder 91 mensen in de leeftijd van 10-30 jaar bij wie in de voorgaande 100 dagen de diagnose type 1 diabetes was gesteld.
- Deelnemers kregen ofwel baricitinib in tabletvorm, eenmaal daags gedurende 48 weken, of een placebo.
- In de studie werd in de eerste plaats onderzocht wat het C-peptide-niveau (een teken van insulineproductie) na 48 weken was.
- De behoefte aan geïnjecteerde insuline, de mate van beheersing van de bloedsuikerspiegel via CGM (continue glucosemonitoring) en HbA1c (een lange-termijnmarker voor de beheersing van de bloedsuikerspiegel) werden ook onderzocht.