Ongeveer 47% van alle mensen met Type 1 Diabetes gebruikt op dit moment een insulinepomp. Verschillende studies hebben bewezen dat het gebruik van een insulinepomp de regulatie van de bloedglucoses kan verbeteren, echter waren er zorgen over het frequenter optreden van ketoacidoses en is er weinig onderzoek gedaan naar het gebruik bij kinderen en jongeren. Een recent onderzoek bekeek data van 20.000 mensen met Type 1 Diabetes jonger dan 20 jaar uit heel Europa, waarbij werd gekeken naar verschillen in bloedglucoseregulatie tussen insulinepompgebruikers en patiënten die insulineinjecties gebruikten. Uit het onderzoek bleek dat kinderen die een insulinepomp gebruikten minder ernstige hypo’s hadden, minder vaak werden opgenomen in verband met een ketoacidose en het HbA1c iets lager was in de groep ouder dan vijf jaar. Voor kinderen jonger dan vijf jaar verschilde het HbA1c niet tussen de twee groepen. Het verschil wordt verklaard doordat bij pomptherapie het makkelijker is om doseringen aan te passen op onverwachte gebeurtenissen. Hierdoor treden er voornamelijk minder hypo’s op dan bij patiënten die insuline spuiten. De onderzoekers pleiten dan ook voor insulinepomptherapie ter voorkoming van ernstige hypoglykemiën en hypoglykemisch coma bij schoolgaande kinderen.